Deze website is bedoeld voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.

herken de
symptomen

BackgroundBlue
Eunice_Wide_Discomfort_SRGB_more_space

Tot vorige maand dacht ik dat dit een
voedselallergie was

Line 1
Katerina_Hands_Side_SRGB

Tot vorige week dacht ik
dit is
Arthritis

Path 122
Alexandra_Closeup_During_SRGB_edit_large

Tot vorige week dacht ik dat dit een
allergische reactie was

Line 1

Nu weet ik wat het wel is:

Line 2

Wat is hereditair angio-oedeem (HAE)?

HAE is een zeldzame, autosomaal dominante, aandoening die potentieel fataal kan zijn. Wereldwijd komt HAE bij ongeveer 1 op de 50.000 mensen voor. HAE kenmerkt zich door spontane, terugkerende aanvallen van zwellingen in verschillende delen van het lichaam, zoals de huid en het maag-darmkanaal. Het klachtenpatroon kan sterk variëren, zelfs binnen families, wat vaak bijdraagt aan late diagnoses. 1-9

keel
genitaliën
voeten
gezicht
buik
handen
Line 8 Line 5 Line 7 Line 4 Line 6 Line 3
Group 101
Arrow
Arrow

Laryngeale aanvallen kunnen dodelijk zijn doordat ze verstikking veroorzaken.7
50% van de patiënten zal minstens eenmaal in hun leven een laryngeale aanval doormaken. 4

Abdominale aanvallen gaan vaak gepaard met minder zichtbare zwellingen, extreme pijn, braken en diarree. 4,7,10
70% tot 80% van de patiënten meldden terugkerende aanvallen in de buik. 10

Aanvallen in handen en voeten worden beschouwd als perifeer, maar kunnen patiënten belemmeren bij het uitvoeren van alledaagse taken zoals computergebruik of autorijden. 1,11

Uit een studie onder patiënten met herhaalde hevige abdominale HAE aanvallen, bleek dat het bij 28% van de patiënten gemiddeld meer dan 8 jaar duurde voordat zij tekenen van huidoedeem opmerkten. 10

Abdominale HAE aanvallen
Abdominale HAE aanval
Klachtenvrij

Er zijn geen verschillen in prevalentie bekend met betrekking tot ras, etniciteit of geslacht, maar de frequentie van aanvallen ligt bij vrouwen mogelijk hoger. De leeftijd waarop de symptomen zich voor het eerst openbaren kan variëren, maar ze kunnen zich soms al bij kinderen van 2 jaar manifesteren en verergeren in de puberteit. 7,9,12

Bij wie komt HAE het meest voor?

Triggers

Hoewel veel aanvallen zonder een herkenbare trigger beginnen, kan er soms een relatie zijn met 12,13 :

Bepaalde voeding
Mentale stress
Fysiek trauma
Hormonale schommelingen
Infecties
Medicatie
Blootstelling aan kou
Niet-traumatische weefselcompressie
Lang zitten of staan
Prodromen

Voordat een aanval zich voordoet, kunnen patiënten last krijgen van een prikkelend gevoel, verstrakking van de huid en/of ‘erythema marginatum’, -een niet-jeukende huiduitslag-, maar ook van 14,15,16 :

Vermoeidheid of malaise
Rusteloosheid
Misselijkheid
Gewrichtspijn
Buikkrampen
Angst of stemmingswisselingen

Door het onvoorspelbare karakter van HAE kan de aandoening grote emotionele en psychosociale druk leggen op patiënten en hun verzorgers, met gevolgen voor hun kwaliteit van leven. 2,11

De aanvallen beginnen meestal onverwachts

“Ons advies is iedere HAE-patiënt te informeren over triggers die mogelijk tot een HAE-aanval kunnen leiden.”

De internationale WAO/EAACI-richtlijn voor management van hereditair angio-oedeem. 1

Line 2
de
oorzaak
Mechanisme van de aandoening
Group 107

Binnen het kallikreïne-kininesysteem, zorgt C1-esteraseremmer (C1-INH), voor remming van de productie van bradykinine door de activiteit van plasmakallikreïne te reguleren. 4,17

Ongecontroleerde activiteit van plasmakallikreïne leidt tot een buitensporige productie van bradykinine. 17

Bradykinine is een peptide die de voornaamste mediator is van een verhoogde doorlaatbaarheid van de bloedvaten. Een HAE aanval wordt veroorzaakt doordat er vocht uit de bloedvaten treedt. 17

Wanneer de activiteit van C1-INH verstoord of geheel afwezig is, wordt het bradykinine-vormende pad niet meer geremd, waardoor verhoogde hoeveelheden bradykinine vrijkomen en een HAE-aanval veroorzaken. 4,17

Zelfs tussen aanvallen door, is de plasmakallikreïne-activiteit bij patiënten verhoogd. 18

Er zijn diverse vormen van HAE, maar type 1 en type 2 komen het meest voor 1,7

85%
type1
type2
15%

wordt gekenmerkt door goed werkend, maar verlaagde  C1-INH concentraties. 1,19

C1-INH
deficiëntie (HAE type 1)
C1-INH
dysfunctie (HAE type 2)

wordt gekenmerkt door normale of verhoogde C1-INH concentraties maar een verlaagde werkzaamheid. 19

HAE type 1 en type 2 worden veroorzaakt door één van de meer dan 450 verschillende mutaties van het SERPING1-gen, dat codeert voor C1-INH. Bij ongeveer 1 op de 4 patiënten is een de novo mutatie van SERPING1 verantwoordelijk voor de aandoening. 1

Er zijn ook andere vormen van HAE, zonder SERPING1-mutaties, zoals:
1,19

F12-genmutatie (HAE-FXII)
Angiopoïetine-1-genmutatie (HAE-ANGPTI)
Plasminogeen-genmutatie (HAE-PLG)
Onbekende genmutatie (onverklaarde HAE)

Aanvalshistorie is geen voorspeller voor de frequentie, ernst of locatie van toekomstige aanvallen. 4,6

Line 2

weet wat het verschil is

De diagnose HAE wordt vaak niet onderkend, zelfs niet bij patiënten met een familiaire historie 8

In een registerstudie van patiënten met HAE type 1 of type 2, had bijna 50% van de patiënten aanvankelijk 1 of meerdere verkeerde diagnoses (185/418) gekregen. 8

Enkele veelvoorkomende, verkeerde diagnoses zijn 8,11:

Allergisch angio-oedeem
Appendicitis
Niet-allergisch angio-oedeem
Artritis
Galaandoening
Gastro-oesofageale reflux
Maagzweren
jaar

15 jaar is de gemiddelde vertraging van de diagnose HAE, voor patiënten die eerder een verkeerde diagnose kregen. 8

In een retrospectief onderzoek onder families met een voorgeschiedenis van HAE, bleek bijna 1 op de 10 patiënten overleden door verstikking. Bij de meesten van hen was geen diagnose gesteld. 21

Een (te) late diagnose kan ernstige gevolgen hebben

*In een retrospectieve studie onder 728 patiënten uit 182 families waarin de overlijdensgevallen onder patiënten met HAE-C1-remmer werden geanalyseerd.

HAE aanval in het gelaat

Klachtenvrij
Line 2

weet hoe u de
diagnose stelt

Weten hoe u HAE kan onderscheiden van andere vormen van angio-oedeem, kan helpen om in een vroeg stadium een gepaste behandeling te starten. Bij het beoordelen van een patiënt zijn de volgende aspecten van belang: 1

HAE onderscheiden
Terugkerende aanvallen
Eerste symptomen in de jeugd of adolescentie
Familiegeschiedenis
Optreden van prodromen, hevige buikklachten, of oedeem in bovenste luchtwegen
Afwezigheid van urticaria or wheals
Geen respons op behandeling met glucocorticoïden, epinefrine of antihistaminica

—De internationale WAO/EAACI-richtlijn voor management van hereditair angio-oedeem 1

“Ons advies is om kinderen uit families waarin HAE voorkomt zo snel mogelijk te testen, en ook alle kinderen van een ouder die de aandoening heeft.”

Diagnostiek
bij verdenking van HAE
1

Line 28 Line 21 Line 22 Line 23 Line 24 Line 26 Line 27

Verlaagde werking C1-INH

Verlaagde concentratie C1-INH

Verlaagde concentratie C4

Verlaagde werking C1-INH

Normale/verhoogde concentratie C1-INH.

Verlaagde concentratie C4

Normale werking C1-INH

Normale concentratie C1-INH

Normale concentratie C4

Waarschijnlijk HAE type 1 HAE

Waarschijnlijk HAE type 2 HAE

Herhaal de onderzoeken om de diagnose van type 2 te bevestigen

Als de symptomen zich blijven voordoen, herhaal de onderzoeken dan tijdens een aanval. Als de bloeduitslagen normaal zijn, kan dit wijzen op een vorm van
HAE die wordt veroorzaakt door een andere mutatie dan type 1 of type 2

Herhaal de onderzoeken om de diagnose van type 1 te bevestigen

Begin met het testen van:
C1-INH- werking
C1-INH - concentratie
C4 - concentratie

Path 76
Abdominale HAE aanval
Klachtenvrij
Line 2
ken de behandelmogelijkheden

Er bestaan tegenwoordig diverse therapieën voor de behandeling en preventie van HAE-aanvallen bij kinderen en volwassen patiënten.
De beschikbaarheid hiervan kan per land verschillen. Volgens de behandelrichtlijnen uit 2017 van de World Allergy Organization/ European Academy of Allergy en Clinical Immunology (WAO/EAACI), kan HAE zowel on-demand als preventief behandeld worden.
1,6

Pre-procedurele profylaxe met C1-INH wordt aanbevolen voor alle medische, chirurgische en tandheelkundige procedures die gepaard gaan met mechanische belasting van het aerodigestieve kanaal.

Profylactische
behandeling
1

Overweeg lange termijn profylaxe in te zetten bij patiënten die in hun leven te maken krijgen met gebeurtenissen waardoor de ziekteactiviteit kan toenemen.

Beoordeel bij elk bezoek of de patiënt in aanmerking komt voor lange-termijn profylaxe, waarbij rekening moet worden gehouden met de mate van belasting door de aandoening en de voorkeuren van de patiënt.

Dosering en behandelingsinterval moeten naar behoefte worden aangepast om de ziektebelasting zoveel mogelijk te beperken.

Lange-termijn profylaxe
Korte-termijn profylaxe
Plus Icon Clock_Icon
On-demand
behandeling
1

Volgens de WAO HAE richtlijnen dient bij elke aanval on-demand behandeling te worden overwogen en de behandeling dient zo snel mogelijk te worden toegepast.

Aanvallen kunnen worden behandeld met C1-INH, of icatibant (een bradykinine-B2-receptor antagonist).

Iedere patiënt dient te beschikken over voldoende medicatie om 2 aanvallen on-demand te kunnen behandelen en moet deze altijd bij zich hebben.

Injection Icon
Meer lezen over medicatie?

Log dan in met uw BIG-nummer voor verdere details.

Path 124
download-2
HAE
behandelaren

Voor doorverwijzing kunt u terecht bij de volgende artsen:

Amsterdam UMC



Erasmus MC



Maastricht UMC+



Radboudumc


UMC Utrecht



UMC Groningen

Dr. D.M. (Danny) Cohn
Prof. dr. C.J. (Karin) Fijnvandraat
www.amc.nl

Dr. P.L.A. (Paul) van Daele
Dr. M.S. (Maurits) van Maaren
www.erasmusmc.nl

Dr. C.M.G. (Chris) Nieuwhof
Dr. M.C. (Marjan) Slot
www.mumc.nl

Naam arts volgt
www.radboudumc.nl

Dr. L.F.D. (Lize) van Vulpen
Dr. M.W. (Marloes) Heijstek
www.umcutrecht.nl

Dr. J.N.G. (Hanneke) Oude Elberink
www.umcg.nl

Line 30 Line 31 Line 32 Line 33 Line 34
Line 2
geselecteerde
publicaties
Gewijzigde richtlijn WAO/EAACI

Via onderstaande button kunt u de volledige tweede herziene versie van de internationale richtlijn voor diagnose en management van HAE lezen. Deze is ontwikkeld door de World Allergy Organization (WAO) in samenwerking met de Europese Academie voor Allergie en Klinische Immunologie (EAACI).

Lees meer
wao_eaaci

Het doel van deze richtlijn is om artsen en hun patiënten te helpen bij het nemen van rationele beslissingen bij de behandeling van HAE door advies te geven over algemene en belangrijke klinische problemen, zoals:

Hoe moet HAE worden gediagnosticeerd?

Wanneer moeten HAE-patiënten een profylactische behandeling ontvangen naast een on-demand behandeling?

Wat is het behandeldoel?

Moet HAE-management anders zijn voor speciale HAE-patiëntengroepen zoals kinderen of zwangere/borstvoedende vrouwen?

Hoe kunnen HAE-patiënten de impact van hun ziekteactiviteit monitoren?

Daarnaast kan deze richtlijn helpen bij het vaststellen van wereldwijde normen voor het management van HAE en een aanmoediging zijn aan alle patiënten om gebruik te maken van de aanbevolen diagnostiek en therapieën.

Referenties
Line 35

1. Maurer M, Magerl M, Ansotegui I, et al. The international WAO/EAACI guideline for the management of hereditary angioedema—the 2017 revision and update. Allergy. 2018;73(8):1575-1596.  DOI:10.1111/ALL.13384.
2. Longhurst H, Bygum A. The humanistic, societal, and pharmaco-economic burden of angioedema. Clin Rev Allergy Immunol. 2016;51(2):230-239.
3. Longhurst H, Bork K. Hereditary angioedema: causes, manifestations and treatment. Br J Hosp Med (Lond). 2006;67(12):654-657.
4. Kaplan AP. Enzymatic pathways in the pathogenesis of hereditary angioedema: the role of C1 inhibitor therapy. J Allergy Clin Immunol. 2010;126 (5):918-925.
5. Banerji A, Riedl MA, Bernstein JA, et al; for the HELP Investigators. Effect of lanadelumab compared with placebo on prevention of hereditary angioedema attacks: a randomized clinical trial. JAMA. 2018;320(20):2108- 2121.  
6. Farkas  H,  Martinez-Saguer  I,  Bork  K,  et  al.  International  consensus  on  the  diagnosis  and  management  of  pediatric  patients  with  hereditary  angioedema  with  C1 inhibitor deficiency. Allergy. 2017;72(2):300-313.
7. Banerji A, Busse P, Christiansen SC, et al. Current state of hereditary angioedema management: a patient survey. Allergy Asthma  Proc.  2015;36(3):213-217.  
8. Zanichelli  A,  Longhurst  HJ,  Maurer  M,  et  al.  Misdiagnosis  trends  in  patients  with  hereditary  angioedema  from  the  real-world  clinical setting.  Ann  Allergy  Asthma  Immunol.  2016;117(4):394-398.  
9. Johnston  DT.  Diagnosis  and  management  of  hereditary  angioedema.  J  Am  Osteopath  Assoc.  2011;111(1):28-36.
10. Bork K, Staubach P, Eckardt A, Hardt J. Symptoms, course, and complications of abdominal attacks in hereditary angioedema due to C1 inhibitor deficiency. Am J Gastroenterol. 2006;101(3):619-627.  doi:10.1111/j.1572-0241.2006.00492.x.  
11. Bygum  A,  Aygören-Pürsün  E,  Beusterien  K,  et  al.  Burden  of  illness  in  hereditary  angioedema:  a  conceptual model.  Acta  Derm  Venereol.  2015;95(6):706-710.  
12. Zuraw  BL.  Clinical  practice.  Hereditary  angioedema.  N  Engl  J  Med.  2008;359(10):1027-1036.  
13. Caballero  T,  Maurer  M, Longhurst HJ, et al. Triggers and prodromal symptoms of angioedema attacks in patients with hereditary angioedema. J Investig Allergol Clin Immunol. 2016;26(6):383-386.
14. Permatta MJ, Kemp JG, Gibbs JG, Mende C, Rhoads C, Craig TJ. Frequency, timing, and type of prodromal symptoms associated with hereditary angioedema attacks. Allergy  and  Asthma  Proc.  2009;30(5):506-511.  
15. Rasmussen  ER,  de  Freitas  PV,  Bygum  A.  Urticaria  and  prodromal  symptoms  including  erythema  marginatum  in  Danish patients with hereditary angioedema. Acta Derm Venereol. 2016;96(3):373-376.
16. Magerl M, Doumoulakis G, Kalkounou I, et al. Characterization of prodromal symptoms in a large population of patients with hereditary angio-oedema. Clin Exp Dermatol. 2014;39(3):298-303.
17. Lumry W. Overview of epidemiology, pathophysiology, and disease progression in hereditary angioedema. Am J Manag Care. 2013;19(SUPPL 7):S103-S110.
18. Suffritti C, Zanichelli A, Maggioni L, Bonanni E, Cugno M, Cicardi M. High-molecular- weight kininogen cleavage correlates with disease states in the bradykinin-mediated angioedema due to hereditary C1-inhibitor deficiency. Clin Exp Allergy. 2014;44(12):1503- 1514.
19. Zuraw BL. Hereditary angioedema with normal C1 inhibitor: four types and counting. J Allergy Clin Immunol. 2018;141(3):884-885.
20. Patel N, Suarez LD, Kapur S, Bielory  L.  Hereditary  angioedema  and  gastrointestinal  complications:  an  extensive  review  of  the  literature.  Case  Reports  Immunol.  2015;925861.  doi:10.1155/2015/925861.
21. Bork  K,  Hardt  J,  Witzke  G.  Fatal  laryngeal  attacks  and  mortality  in  hereditary  angioedema  due  to  C1-INH  deficiency.  J Allergy Clin Immunol.  2012;130(3):692-697

Disanto_Feet_Side_SRGB_more_space

De aanvallen beginnen meestal onverwachts

Door het onvoorspelbare karakter van HAE kan de aandoening grote emotionele en psychosociale druk leggen op patiënten en hun verzorgers, met gevolgen voor hun kwaliteit van leven. 2,11

“Ons advies is iedere HAE-patiënt te informeren over triggers die mogelijk tot een HAE-aanval kunnen leiden.”

De internationale WAO/EAACI-richtlijn voor management van hereditair angio-oedeem. 1

Line 2

de
oorzaak

Katerina_Wide_Confidence_SRGB_more_space Path 135

Voor doorverwijzing kunt u terecht bij de volgende artsen:

HAE
behandelaren

Amsterdam UMC



Erasmus MC



Maastricht UMC+



Radboudumc


UMC Utrecht



UMC Groningen

Dr. D.M. (Danny) Cohn
Prof. dr. C.J. (Karin) Fijnvandraat
www.amc.nl

Dr. P.L.A. (Paul) van Daele
Dr. M.S. (Maurits) van Maaren
www.erasmusmc.nl

Dr. C.M.G. (Chris) Nieuwhof
Dr. M.C. (Marjan) Slot
www.mumc.nl

Naam arts volgt
www.radboudumc.nl

Dr. L.F.D. (Lize) van Vulpen
Dr. M.W. (Marloes) Heijstek
www.umcutrecht.nl

Dr. J.N.G. (Hanneke) Oude Elberink
www.umcg.nl

Line 30 Line 31 Line 32 Line 33 Line 34
herken de
symptomen
Line 2

Deze website is bedoeld voor
beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.

Er geen verschillen in prevalentie bekend met betrekking tot ras, etniciteit of geslacht, maar de frequentie van aanvallen ligt bij vrouwen mogelijk hoger. De leeftijd waarop de symptomen zich voor het eerste openbaren kan variëren, maar ze kunnen zich soms al bij kinderen van 2 jaar manifesteren en verergeren in de puberteit. 7,9,12

Bij wie komt HAE het meest voor?

Triggers

Hoewel veel aanvallen zonder een herkenbare trigger beginnen, kan er soms een relatie zijn met 12,13:

Bepaalde voeding
Mentale stress
Fysiek trauma
Hormonale schommelingen
Infecties
Medicatie
Blootstelling aan kou
Niet-traumatische weefselcompressie
Lang zitten of staan
Prodromen

Voordat een aanval zich voordoet, kunnen patiënten last krijgen van een prikkelend gevoel, verstrakking van de huid en/of ‘erythema marginatum’, -een niet-jeukende huiduitslag-, maar ook van 14,15,16:

Vermoeidheid of malaise
Rusteloosheid
Misselijkheid
Gewrichtspijn
Buikkrampen
Angst of stemmingswisselingen

HAE is een zeldzame, autosomaal dominante, aandoening die potentieel fataal kan zijn. Wereldwijd komt HAE bij ongeveer 1 op de 50.000 mensen voor. HAE kenmerkt zich door spontane, terugkerende aanvallen van zwellingen in verschillende delen van het lichaam, zoals de huid en het maag-darmkanaal. Het klachtenpatroon kan enorm variëren, zelfs binnen families, wat vaak bijdraagt aan late diagnoses. 1-9

Wat is hereditair angio-oedeem (HAE)?

Abdominale aanvallen gaan vaak gepaard met minder zichtbare zwellingen, extreme pijn, braken en diarree.4,7,10
70% tot 80% van de patiënten meldden terugkerende aanvallen in de buik. 10

Laryngeale aanvallen kunnen dodelijk zijn doordat ze verstikking veroorzaken.7
50% van de patiënten zal minstens eenmaal in hun leven een laryngeale aanval doormaken. 4

Aanvallen in handen en voeten worden beschouwd als perifeer, maar kunnen patiënten belemmeren bij het uitvoeren van alledaagse taken zoals computergebruik of autorijden. 1,11

keel
genitaliën
voeten
gezicht
buik
handen
Line 8 Line 5 Line 7 Line 4 Line 6 Line 3
Group 101
Katerina_Hand_Alone_SRGB

Aanvalshistorie is geen voorspeller voor de frequentie, ernst of locatie van toekomstige aanvallen. 4,6

Line 2

Binnen het kallikreïne-kininesysteem, zorgt C1-esteraseremmer (C1-INH), voor remming van de productie van bradykinine door de activiteit van plasmakallikreïne te reguleren. 4,17

Ongecontroleerde activiteit van plasmakallikreïne leidt tot een buitensporige productie van bradykinine. 17

Bradykinine is een peptide die de voornaamste mediator is van een verhoogde doorlaatbaarheid van de bloedvaten. Een HAE aanval wordt veroorzaakt doordat er vocht uit de bloedvaten treedt. 17

Wanneer de activiteit van C1-INH verstoord of geheel afwezig is, wordt het bradykinine-vormende pad niet meer geremd, waardoor verhoogde hoeveelheden bradykinine vrijkomen en een HAE-aanval veroorzaken. 4,17

Zelfs tussen aanvallen door, is de plasmakallikreïne-activiteit bij patiënten verhoogd. 18

Mechanisme van de aandoening

Er zijn diverse vormen van HAE, maar type 1 en type 2 komen het meest voor 1,7

85%
15%
type1
type2

wordt gekenmerkt door goed werkend, maar verlaagde  C1-INH concentraties. 1,19

C1-INH
deficiëntie (HAE type 1)
C1-INH
dysfunctie (HAE type 2)

wordt gekenmerkt door normale of verhoogde C1-INH concentraties maar een verlaagde werkzaamheid. 19

C1-INH
Path 59
Path 132
Path 60
kallikreïne
Line 17
Path 61
bradykinine
Line 16

HAE type 1 en type 2 worden veroorzaakt door één van de meer dan 450 verschillende mutaties van het SERPING1-gen, dat codeert voor C1-INH. Bij ongeveer 1 op de 4 patiënten is een de novo mutatie van SERPING1 verantwoordelijk voor de aandoening. 1

Er zijn ook andere vormen van HAE, zonder SERPING1-mutaties, zoals:
1,19

F12-genmutatie (HAE-FXII)
Angiopoïetine-1-genmutatie (HAE-ANGPTI)
Plasminogeen-genmutatie (HAE-PLG)
Onbekende genmutatie (onverklaarde HAE)

weet wat het verschil is

jaar

Een (te) late diagnose kan ernstige gevolgen hebben

In een retrospectief onderzoek onder families met een voorgeschiedenis van HAE, bleek bijna 1 op de 10 patiënten overleden door verstikking. Bij de meesten van hen was geen diagnose gesteld. 21

*In een retrospectieve studie onder 728 patiënten uit 182 families waarin de overlijdensgevallen onder patiënten met HAE-C1-remmer werden geanalyseerd.

De diagnose HAE wordt vaak niet onderkend, zelfs niet bij patiënten met een familiaire aandoening 8

In een registerstudie van patiënten met HAE type 1 of type 2, had bijna 50% van de patiënten aanvankelijk 1 of meerdere verkeerde diagnoses (185/418) gekregen. 8

Enkele veelvoorkomende, verkeerde diagnoses zijn: 8,11

Allergisch angio-oedeem
Appendicitis
Niet-allergisch angio-oedeem
Artritis
Galaandoening
Gastro-oesofageale reflux
Maagzweren

15 jaar is de gemiddelde vertraging van de diagnose HAE, voor patiënten die eerder een verkeerde diagnose kregen. 8

HAE aanval in het gelaat

Line 2

weet hoe u de
diagnose stelt

ken de
behandel-
mogelijkheden
Klachtenvrij
Abdominale HAE aanval
Line 2

Er bestaan tegenwoordig diverse therapieën voor de behandeling en preventie van HAE-aanvallen bij kinderen en volwassen patiënten. De beschikbaarheid hiervan kan per land verschillen. Volgens de behandel-richtlijnen uit 2017 van de World Allergy Organization/ European Academy of Allergy en Clinical Immunology (WAO/EAACI), kan HAE zowel on-demand als preventief behandeld worden. 1,6

Path 123
On-demand-
behandeling
1

Volgens de WAO HAE richtlijnen dient bij elke aanval on-demand behandeling te worden overwogen en de behandeling dient zo snel mogelijk te worden toegepast.

Aanvallen kunnen worden behandeld met C1-INH, of icatibant (een bradykinine-B2-receptor antagonist).

Ieder patiënt dient te beschikken over voldoende medicatie om 2 aanvallen on-demand te kunnen behandelen en moet deze altijd bij zich hebben.

Injection Icon

Pre-procedurele profylaxe met C1-INH  wordt aanbevolen voor alle medische, chirurgische en tandheelkundige procedures die gepaard gaan met mechanische belasting van het aerodigestieve kanaal.

Preventieve
behandeling
1

Overweeg lange termijn profylaxe in te zetten bij patiënten die in hun leven te maken krijgen met gebeurtenissen waardoor de ziekteactiviteit kan toenemen.

Beoordeel bij elk bezoek of de patiënt in aanmerking komt voor lange-termijn profylaxe, waarbij rekening moet worden gehouden met de mate van belasting door de aandoening en de voorkeuren van de patiënt.

Dosering en behandelingsinterval moeten naar behoefte worden aangepast om de ziektebelasting zoveel mogelijk te beperken.

Lange-termijn profylaxe
Korte-termijn profylaxe
Clock_Icon Plus Icon
Aiden_Wide_Discomfort_SRGB

—De internationale WAO/EAACI-richtlijn voor management van hereditair angio-oedeem 1

“Ons advies is om kinderen uit families waarin HAE voorkomt zo snel mogelijk te testen, en ook alle kinderen van een ouder die de aandoening heeft.”

HAE onderscheiden

Weten hoe u HAE kan onderscheiden van andere vormen van angio-oedeem, kan helpen om in een vroeg stadium een gepaste behandeling te starten. Bij het beoordelen van een patiënt zijn de volgende aspecten van belang: 1

Terugkerende aanvallen

Eerste symptomen in de jeugd of adolescentie Familiegeschiedenis

Optreden van prodromen, hevige buikklachten, of oedeem in bovenste luchtwegen

Afwezigheid van urticaria or wheals

Geen respons op behandeling met glucocorticoïden, epinefrine of antihistaminica

BackgroundBlue
loading images

Tot vorige week dacht ik aan een allergische reactie

Path 129

Nu weet ik wat het wel is:

Path 128

Diagnostiek
bij verdenking van HAE
1

Path 133 Line 28 Line 21 Line 23 Line 24 Line 26 Line 27

Verlaagde werking C1-INH

Verlaagde concentratie C1-INH

Verlaagde concentratie C4

Normale werking C1-INH

Normale concentratie C1-INH

Normale concentratie C4

Als de symptomen zich blijven voordoen, herhaal de onderzoeken dan tijdens een aanval. Als de bloeduitslagen normaal zijn, kan dit wijzen op een vorm van
HAE die wordt veroorzaakt door een andere mutatie dan type 1 of type 2

Begin met het testen van:
C1-INH- werking
C1-INH - concentratie
C4 - concentratie

Waarschijnlijk HAE
type 1 HAE
Line 22 Line 42

Verlaagde werking C1-INH

Normale/verhoogde concentratie C1-INH

Verlaagde concentratie C4

Waarschijnlijk HAE
type 2 HAE

Path 131

Herhaal de onderzoeken om de diagnose van type 2 te bevestigen

Herhaal de onderzoeken om de diagnose van type 1 te bevestigen

Klachtenvrij
Klachtenvrij

Uit een studie onder patiënten met herhaalde hevige abdominale HAE aanvallen, bleek dat het bij 28% van de patiënten gemiddeld meer dan 8 jaar duurde voordat zij tekenen van huidoedeem opmerkten. 10

Abdominale HAE aanvallen
Abdominale HAE aanval
Path 124
Meer lezen over medicatie?

Log dan in met uw BIG-nummer voor verdere details.

geselecteerde publicaties
Line 2

Via onderstaande button kunt u de volledige tweede herziene versie van de internationale richtlijn voor diagnose en management van HAE lezen. Deze is ontwikkeld door de World Allergy Organization (WAO) in samenwerking met de Europese Academie voor Allergie en Klinische Immunologie (EAACI).

Gewijzigde richtlijn WAO/EAACI
Lees meer
wao_eaaci

Het doel van deze richtlijn is om artsen en hun patiënten te helpen bij het nemen van rationele beslissingen bij de behandeling van HAE door advies te geven over algemene en belangrijke klinische problemen, zoals:

Hoe moet HAE worden gediagnosticeerd?

Wanneer moeten HAE-patiënten een profylactische behandeling ontvangen naast een on-demand behandeling?

Wat is het behandeldoel?

Moet HAE-management anders zijn voor speciale HAE-patiëntengroepen zoals kinderen of zwangere/borstvoedende vrouwen?

Hoe kunnen HAE-patiënten de impact van hun ziekteactiviteit monitoren?

Daarnaast kan deze richtlijn helpen bij het vaststellen van wereldwijde normen voor het management van HAE en een aanmoediging zijn aan alle patiënten om gebruik te maken van de aanbevolen diagnostiek en therapieën.

Referenties
Line 35

1. Maurer M, Magerl M, Ansotegui I, et al. The international WAO/EAACI guideline for the management of hereditary angioedema—the 2017 revision and update. Allergy. 2018;73(8):1575-1596.  DOI:10.1111/ALL.13384.
2. Longhurst H, Bygum A. The humanistic, societal, and pharmaco-economic burden of angioedema. Clin Rev Allergy Immunol. 2016;51(2):230-239.
3. Longhurst H, Bork K. Hereditary angioedema: causes, manifestations and treatment. Br J Hosp Med (Lond). 2006;67(12):654-657.
4. Kaplan AP. Enzymatic pathways in the pathogenesis of hereditary angioedema: the role of C1 inhibitor therapy. J Allergy Clin Immunol. 2010;126 (5):918-925.
5. Banerji A, Riedl MA, Bernstein JA, et al; for the HELP Investigators. Effect of lanadelumab compared with placebo on prevention of hereditary angioedema attacks: a randomized clinical trial. JAMA. 2018;320(20):2108- 2121.  
6. Farkas  H,  Martinez-Saguer  I,  Bork  K,  et  al.  International  consensus  on  the  diagnosis  and  management  of  pediatric  patients  with  hereditary  angioedema  with  C1 inhibitor deficiency. Allergy. 2017;72(2):300-313.
7. Banerji A, Busse P, Christiansen SC, et al. Current state of hereditary angioedema management: a patient survey. Allergy Asthma  Proc.  2015;36(3):213-217.  
8. Zanichelli  A,  Longhurst  HJ,  Maurer  M,  et  al.  Misdiagnosis  trends  in  patients  with  hereditary  angioedema  from  the  real-world  clinical setting.  Ann  Allergy  Asthma  Immunol.  2016;117(4):394-398.  
9. Johnston  DT.  Diagnosis  and  management  of  hereditary  angioedema.  J  Am  Osteopath  Assoc.  2011;111(1):28-36.
10. Bork K, Staubach P, Eckardt A, Hardt J. Symptoms, course, and complications of abdominal attacks in hereditary angioedema due to C1 inhibitor deficiency. Am J Gastroenterol. 2006;101(3):619-627.  doi:10.1111/j.1572-0241.2006.00492.x.  
11. Bygum  A,  Aygören-Pürsün  E,  Beusterien  K,  et  al.  Burden  of  illness  in  hereditary  angioedema:  a  conceptual model.  Acta  Derm  Venereol.  2015;95(6):706-710.  
12. Zuraw  BL.  Clinical  practice.  Hereditary  angioedema.  N  Engl  J  Med.  2008;359(10):1027-1036.  
13. Caballero  T,  Maurer  M, Longhurst HJ, et al. Triggers and prodromal symptoms of angioedema attacks in patients with hereditary angioedema. J Investig Allergol Clin Immunol. 2016;26(6):383-386.
14. Permatta MJ, Kemp JG, Gibbs JG, Mende C, Rhoads C, Craig TJ. Frequency, timing, and type of prodromal symptoms associated with hereditary angioedema attacks. Allergy  and  Asthma  Proc.  2009;30(5):506-511.  
15. Rasmussen  ER,  de  Freitas  PV,  Bygum  A.  Urticaria  and  prodromal  symptoms  including  erythema  marginatum  in  Danish patients with hereditary angioedema. Acta Derm Venereol. 2016;96(3):373-376.
16. Magerl M, Doumoulakis G, Kalkounou I, et al. Characterization of prodromal symptoms in a large population of patients with hereditary angio-oedema. Clin Exp Dermatol. 2014;39(3):298-303.
17. Lumry W. Overview of epidemiology, pathophysiology, and disease progression in hereditary angioedema. Am J Manag Care. 2013;19(SUPPL 7):S103-S110.
18. Suffritti C, Zanichelli A, Maggioni L, Bonanni E, Cugno M, Cicardi M. High-molecular- weight kininogen cleavage correlates with disease states in the bradykinin-mediated angioedema due to hereditary C1-inhibitor deficiency. Clin Exp Allergy. 2014;44(12):1503- 1514.
19. Zuraw BL. Hereditary angioedema with normal C1 inhibitor: four types and counting. J Allergy Clin Immunol. 2018;141(3):884-885.
20. Patel N, Suarez LD, Kapur S, Bielory  L.  Hereditary  angioedema  and  gastrointestinal  complications:  an  extensive  review  of  the  literature.  Case  Reports  Immunol.  2015;925861.  doi:10.1155/2015/925861.
21. Bork  K,  Hardt  J,  Witzke  G.  Fatal  laryngeal  attacks  and  mortality  in  hereditary  angioedema  due  to  C1-INH  deficiency.  J Allergy Clin Immunol.  2012;130(3):692-697

takeda_logo